Toezicht bepalende factor bij goedkeuringen

Spelen, 30 januari 2024

Speeltoestellen moeten intrinsiek veilig zijn. Oftewel, zonder toevoeging van extra maatregelen moet een toestel veilig gebruikt kunnen worden. Dat was althans lange tijd de gedachte onder veiligheidsdeskundigen. En het was ook geen gekke gedachte. Natuurlijk moet een glijbaan, wip of klimrek vanuit zichzelf veilig zijn en klinkt het absurd om ook nog eens extra veiligheidsbewaking toe te voegen. Toch kunnen we er de laatste tijd niet meer omheen dat de wereld van het spelende kind verandert en daarmee ook het type speeltoestellen.

Waar je vroeger glijbanen, wippen en klimrekken zag worden nu gigantische luchtkussens, trampolinehallen, klimwanden en op kolommen bevestigde rails geplaatst waar je, eronder hangend, een heel parcours aflegt. Dit soort toestellen kan nauwelijks zonder toezicht gebruikt worden. Hier verdwijnt dus de intrinsieke veiligheid en worden de extra maatregelen, in dit geval toezicht, meegewogen in de veiligheid van het toestel.

Bij de keuring van dit soort toestellen worden de toezichtplannen dus eveneens beoordeeld en meegewogen bij de beslissing of een certificaat afgegeven kan worden. Toezicht bij trampolineparken bestaat vaak uit veel meer dan men denkt. Het bevat namelijk ook het geven van goede instructies voordat men gaat springen, het bepalen van de leeftijd van de springers en daarna pas het daadwerkelijke toezicht. Daarbij is bepaald hoeveel toezichthouders gebruikt worden, wat hun kwalificatie-eisen zijn (leeftijd, ervaring et cetera), hoe lang ze op een vaste post staan en ga zo maar door.

Een leverancier of fabrikant heeft er baat bij dat het product wordt goedgekeurd. Des te intensiever het toezicht, des te groter de kans dat het wordt goedgekeurd. Daar zit natuurlijk wel een kern van waarheid in. De beheerder denkt echter: des te minder toezichthouders, des te lager mijn personeelskosten. Ook een logische redenatie. Een beheerder zal daarom, volledig begrijpelijk, proberen het aantal toezichthouders te reduceren of de leeftijd van hen naar beneden te brengen. Immers, des te jonger, des te goedkoper.

Omdat het toezichtplan bij keuring onderdeel is geweest van het totale dossier en medebepalend is geweest voor de goedkeuring mag het plan niet zomaar aangepast worden. Althans niet zonder goedkeuring van de keurende instelling (AKI). Het aangepaste plan moet voorgelegd, beoordeeld en gecertificeerd worden. Uit de praktijk is gebleken dat het aanpassen van een toezichtplan om personeelskosten te besparen in veel gevallen goed te doen is. Bij de eerste keuring is vaak hoog ingezet en er zijn vaak besparingen te vinden zonder dat dit ten koste gaat van de gebruiksveiligheid.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert speeltoestellen. Die controles voeren ze ook uit bij die toestellen waar toezicht vaak nodig is. Ze kunnen vragen om het certificaat van goedkeuring, bewijs van voldoende onderhoud, maar ook naar het toezichtplan. Wijkt dat af van het daadwerkelijke toezicht dan kan de uitbater gewaarschuwd worden, of erger, een beschikking ontvangen. Het is daarom zaak dat, als er een toezichtplan bij een toestel is meegeleverd, dat ook overeenkomt met het daadwerkelijke toezicht. Dat geldt in feite ook voor alle andere extra maatregelen die de fabrikant heeft opgelegd om een toestel veilig te kunnen gebruiken. 

TIP: Beoordeel bij elke aanpassing van een speeltoestel of de erbij horende instructies of sprake is van een afwijking op het certificaat. Is dat zo, laat die aanpassing dan eerst beoordelen.

Vragen over sport of spelen? Neem gerust contact op via spelen@keurmerk.nl.

Terug naar overzicht

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Onderwerpen

Keurmerkinstituut: Certificatie | Inspectie | Onderzoek | Trainingen